6/6/2018: AVONDWANDELING

“Koeiengeloei alom.

De wei krijgt ‘n gouden gloed door

d’ondergaande zon.”

Gisterenavond, na een warme en zwoele dag, was het aangenaam wandelen tussen de velden en weiden met koeien en kalfjes. Zij leken ook te genieten van de koelere temperaturen, waarbij de afgezwakte zonnestralen het landschap een zacht, warmgouden gloed gaven.

“De dag zont tot ‘t eind.

De felle zon verzwakt al

zakkend tot een goudblos.”

Maar ook de insecten houden van deze mooie, vroegzomerse avonden waarbij de wilde bloemen hun lekkere geuren verspreiden en ook ondergedompeld worden in de zachte goudblos van de ondergaande zon.

De stekende vliegen en dazen zijn echter niet uit op de lekkere nectar maar zoeken wat zoetsappig bloed op van voorbijgaande blote benen en armen of alles wat maar bereikbaar is om venijnig in te steken. En ja, een daas had mij weer eens beet...

Gelukkig zag ik in de omgeving genoeg Grote Weegbree bloeien en nadat ik een proper, fris blad had uitgezocht, wreef ik de jeukende, pijnlijke plaats in met het gekneusde blad.

Al na een paar minuten, verzacht het de branderige jeuk en later verdwijnt zelfs de gezwollen roze plek en het komt niet meer terug.

Het is niet de eerste keer dat ik dit proefondervindelijk heb vastgesteld want toen ik weer eens de pineut was van een vluchtige, ongevraagde aanraking met een brandnetel of een ‘kriebelzoentje’ kreeg van een of ander insect, greep ik naar dit gratis supermiddeltje, zomaar te vinden op voetgetreden paden en wegen, in het bos en tussen de velden of op braakliggende grond of in de tuin. Het komt elk jaar weer terug omdat het kwistig uitgezaaid wordt vanuit de rijpe zaaddoosjes van de bloempjes uit de grote rolronde bloemaar. De lange stempel verschijnt eerst en daarna de lilakleurige helmknopjes die later geelachtig worden. Elk zaaddoosje bevat 4 of meer zaadjes. Als je zo een plantje vindt in de buurt waar je woont, kun je eventueel het met de worteltjes uittrekken om het dan ergens in de tuin te planten. Altijd handig als je je bij het tuinieren een brandnetelblad aangeraakt hebt of als je gestoken werd.

De brede groene bladeren zijn elliptisch of eirond en groeien rozetvormig. De nerven van de bladeren lopen parallelvormig en de steel is redelijk dik. De bladeren kunnen licht behaard zijn.

De Grote Weegbree of Plantago Major bevat nog vele geneeskrachtige eigenschappen maar gezien ik ze niet getest heb, verwijs ik voor verdere lectuur naar Google of Safari.

Ethymologisch komt Weegbree voort uit het Oud-Saksische ‘wegbreda’ wat 'brede weg' betekent. De plant kan zich meestal wel goed uitbreiden op wegen en paden. Plantago komt van ‘Planta Pedis’ wat 'voetzool' betekent in het Latijn, hetgeen verwijst naar de bladeren die een beetje de gelijkenis kunnen hebben van een kleine, brede voetzool. Vanuit Europa werd Weegbree over heel de wereld verspreid en de Indianen noemden de plant dan ook ‘de voetstap van de blanke’ omdat de Europeanen zowat heel de wereld hebben afgereisd.

Hieronder zet ik weer achtereenvolgens op een rijtje eerst de benaming in het Nederlands, het Frans, het Duits en in het Engels. Daarna vermeld ik de LATIJNSE of wetenschappelijke benaming, de {Klasse}, de (Familie), de [Orde], waartoe de plant behoort en vervolgens het Geslacht en de Soort :

Grote Weegbree of Breedbladige Weegbree/Grand Plantain/Breit Wegerich oder Grosser Wegerich /Common Plantain.

PLANTAGO MAJOR:

{Spermatopsidae of zaadplanten}(Plantaginaceae of Weegbreefamilie)[Lamiales] Geslacht: Plantago; Soort: Plantago major.

(Het smallere broertje van Grote Weegbree is PLANTAGO LANCEOLATA, dat ik persoonlijk leuker vind om naar te kijken omwille van de witte helmknopjes die lijken te dansen in de wind rond de donkere aar, waarvan de bloempjes bloeien van beneden naar boven).


Twitter Facebook LinkedIn Volgen